De blaasinhoud

Hoeveel urine er in de blaas kan varieert per persoon en is ook afhankelijk de situatie waarin de persoon verkeert. De maximale blaasinhoud is gedefinieerd als die blaasinhoud die een persoon in een rustige, ontspannen thuissituatie kan verdragen totdat de aandrang niet langer genegeerd en onderdrukt kan worden. Het dan uitgeplaste volume tezamen met het restvolume (residu) dat achterblijft in de blaas aan het einde van de mictie noemen we de Maximale Blaas Capaciteit (MBC) van een persoon. Het idee hierachter is dat wanneer de MBC wordt aangehouden als limiet voor een maximaal blaasvolume er geen blaasschade kan optreden. Je blijft hiermee binnen de limiet die de patiënt zelf aangeeft als zijn/haar maximale blaasvolume. Omdat het niet altijd mogelijk is vooraf aan de operatie het restvolume te meten gebruiken we meestal het uitgeplaste volume als maat voor de MBC. Hiermee blijven we aan de veilige kant.

In de urologieboeken staat vermeld dat een ‘normale’ blaasinhoud varieert tussen de 400 en 600 ml. Uit onderzoek blijkt dat de gemiddelde MBC voor mannen 630 en voor vrouwen 570 ml is. In de praktijk is dit verschil nauwelijks relevant. Echter, de spreiding van de MBC tussen personen kan zeer groot zijn. De MBC kan variëren van een kleine blaasinhoud van rond de 200 ml tot een zeer grote blaasinhoud van meer dan 1200 ml. Het schatten van de MBC op basis van geslacht, leeftijd en lengte en/of gewicht is dus niet mogelijk omdat hier geen verband is.

Indien de MBC onbekend is, wordt aanbevolen om 600 ml als de maximale blaasvolumelimiet te hanteren en vervolgens het POUR-protocol te volgen. Indien bij het bereiken van deze blaaslimiet binnen 2 tot 3 uur geen actie wordt ondernomen dan is de kans groot dat de blaasspier beschadigd raakt en de patiënt blijvend plasklachten houdt.