Alle patiënten die zonder blaaskatheter op de verkoeverkamer arriveren, na een operatie onder algehele anesthesie (met of zonder epidurale katheter) of spinale anesthesie, worden onderworpen aan het POUR-protocol. Bij binnenkomst op de verkoeverkamer wordt met een blaas-echoapparaat de blaasinhoud gemeten.
Katheteriseer alleen indien:
En waarbij de patiënt niet in staat is om spontaan te plassen.
Actieschema 600 ml volumelimiet of MBC-limiet:
De patiënt is niet in staat spontaan te plassen en de BladderScan® meet:
Herhaal dit actieschema als patiënt na 4 uur nog niet spontaan heeft geplast. Controleer rest volume na eerste spontane mictie.
Wanneer het gemeten blaasvolume groter is dan 1000 ml, of 400 ml meer dan MBC, plaats dan een verblijfskatheter en consulteer de uroloog.