Veel gestelde vragen

Waarom moet ik een blaasscan verrichten?

Omdat postoperatieve patiënten niet goed kunnen aangeven of de blaas vol is door de effecten van de anesthesie/chirurgie is het belangrijk om de postoperatief de blaasinhoud te controleren om blaasoverrekking en mogelijke schade aan de blaas te voorkomen.

Bij wie moet ik een blaasscan verrichten?

Bij elke postoperatieve patiënt die aankomt op de uitslaapkamer zonder blaaskatheter en geopereerd is onder algehele of spinaal anesthesie.

Wanneer verricht ik een blaasscan?

Zo snel mogelijk na aankomst op de uitslaapkamer om geïnformeerd te worden over de vulling van de blaas om vervolgens het blaasprotocol te hanteren. Door het toepassen van het protocol kan blaasschade voorkomen worden.

Wat als ik niet de blaasinhoud meet of dit vergeet?

Wanneer de blaasinhoud niet wordt gemeten kan de blaas (ongemerkt) te vol raken en kan de blaasfunctie beschadigd raken. Bijvoorbeeld als een patiënt niet kan aangeven of de blaas vol is of als de patiënt aan geeft wel aandrang te hebben maar het niet lukt om te plassen. Indien de blaas overrekking langer aanhoudt dan 2 tot 3 uur kan er schade aan de blaas optreden met als gevolg dat de patiënt niet goed meer of helemaal niet meer kan uitplassen. Indien er een postoperatief blaasprotocol binnen het ziekenhuis bestaat en jj houd je hier niet aan, ben je medeverantwoordelijk indien er blaasschade optreedt.

Wat als ik niet de blaasinhoud meet of dit vergeet?

Wanneer de blaasinhoud niet wordt gemeten en de patient kan niet aangeven of de blaas vol is of aandrang heeft of aangeeft wel aandrang te hebben maar het niet lukt om te plassen kan de blaas overrekt raken. Indien dit langer aanhoudt dan 2 tot 3 uur kan er schade aan de blaas optreden met als gevolg dat de patient niet goed meer of helemaal niet meer kan uitplassen. Indien er een postoperatief blaasprotocol binnen het ziekenhuis bestaat en jj houd je hier niet aan, ben je medeverantwoordelijk indien er blaasschade optreedt.

Wat is een normale blaasinhoud?

Een normale blaasinhoud bestaat niet, maar de gemiddelde maximale blaas capaciteit (MBC) ligt rond de 600 ml maar kan variëren van 250 ml tot meer dan 1200 ml. Er is geen relatie met het geslacht, leeftij of lengte. Daardoor is het voorspellen van de MBC bij een patiënt onmogelijk.

Wat moet ik doen wanneer de MBC niet bekend is?

Indien de MBC niet bekend is kan veilig de volume limiet van 600 ml worden gehanteerd, mits hierbij het POUR-protocol gevolgd wordt. Want als een patiënt een klein (onbekend) MBC heeft moet er binnen 2 tot 3 uur actie worden ondernomen om blaasoverdekking te voorkomen.

Wanneer breng ik een verblijfskatheter in en wanneer katheteriseer ik eenmalig?

Er is geen duidelijk aanwijzing waneer je een verblijfscatheter moet inbrengen. Geadviseerd wordt dit te doen indien de gemeten blaasinhoud meer dan 400 ml groter is dan de MBC of als het langer dan 2 uur heeft bestaan. Een consult uroloog is ter overweging.

Hoe vaak komt het voor dat het een patient niet lukt om spontaan te plassen en gekatheteriseerd moet worden?

Dit is erg afhankelijk van of de patiënt heeft uitgeplast voor de ingreep, van de anesthesietechniek, aard van de ingreep, leeftijd van de patiënt en zo zijn er nog vele factoren die van invloed zijn op de kans op POUR. Globaal is de kans op POUR na algehele anesthesie ongeveer 6%, na spinaal anesthesie met een kortwerkend middel is dat zo rond de 10% en na gebruik van een langweekend middel meer dan 40%.